O-o-o-Oranje
Vorige week donderdagavond was ik aanwezig bij de boekpresentatie van '0-o-o-Oranje' in Supportshome Monnikenhuize. Een boek over het leven, de voetbalcarrière en stotterproblematiek van voormalig Vitessespeler Martin Laamers. Geschreven door Remco Kock (die eerder de boeken 'Een Arnhemmer is niet voor Ajax' en 'De Rijn, de fles, Arnhemse meisjes en Vites' schreef). Op weg naar de boekpresentatie probeerde ik mij in de auto de voetballer Martin Laamers voor de geest te halen. Eerlijk is eerlijk, ik kon mij Martin als voetballer niet goed herinneren. Er was geen bijzondere actie of een fenomenaal doelpunt van hem dat mij op het netvlies gebrand stond. Tegelijkertijd is Martin zeker een speler die onderdeel uitmaakt van mijn liefde voor Vitesse.
Ach, het Vitesse van begin en midden jaren negentig in stadion Nieuw-Monnikenhuize... Graag mijmer ik erover, maak ik het wellicht nog romantischer in mijn gedachtes dan het al was. Met trainer Bert Jacobs (die man moet ook echt een biografie krijgen, wereldvent!) aan het roer en de geijkte opstelling die ik vandaag de dag nog steeds zo op kan dreunen. In die opstelling stond ook altijd Martin Laamers.
Zoals Martin het al in zijn boek zelf aangeeft: door zijn stotterproblematiek kwam hij niet graag voor de camera of microfoon. Uit schaamte en uit angst om vast te lopen met zijn spraak. Daardoor viel hij niet op buiten het veld, komt hij op lijstjes van vergeten voetballers voor. Martin kon geen reclame maken voor zichzelf. Sneu, zeker als je bedenkt dat hij echt heel goed kon voetballen. Twee interlands voor het Nederlands elftal prijken op zijn palmares. Dan kun je dus wel ballen.
Waarom kan ik dan geen enkele actie of doelpunt van hem herinneren uit zijn Vitesseperiode? Het eerste wat mij te binnenschoot was een herinnering aan mijn oudere nicht. Zij die om de week net zo fanatiek tussen de mannen haar Vitesse stond te supporteren in weer en wind. Vak DD was haar habitat en de oudere supporters onder ons weten dat daar niet de liefste inwoners van Ernum stonden. De pech voor Martin was dat hij voor een Arnhemse club speelde, waar dan ook de gitzwerte humor van de bevolking bij hoort. Het liedje 'M-m-m-m-m Laamers' was dan ook een standaard ritueel om hem er nog even fijntjes aan te herinneren dat hij stotterde. Geen beter vermaak dan leedvermaak. Echter was er een dame die hier niet tegen kon. Juist, mijn nicht. Die was namelijk wel gecharmeerd van Martin en zijn uiterlijk. Die nam het op voor hem.
Martin viel mij niet op als hij voetbalde, maar zoals dat vaak met zulke voetballers is: als ze niet mee doen dan mis je ze enorm. Het cement tussen de stenen, iemand die vuile meters maakt of tactisch gewoon heel sterk staat waardoor hij geen vreemde capriolen uit hoeft te halen. Nu valt Martin wel op, hij staat op om in zijn boek te vertellen over zijn spraakproblemen. Daarvoor heb je lef nodig, hij durfde het zelfs aan om in een live uitzending van Voetbal Inside zijn boek te promoten.
Daarom deze schaamteloze reclame voor hem, koop dat boek Vitessenaren!
