Ode aan het doelnet

 

Iedereen heeft wel een fascinatie. Een tic. Niets ernstigs, maar wel iets dat iedere keer weer naar boven komt borrelen. Als amateurvoetballer en supporter heb ik altijd een liefde gevoeld voor het doelnet. Voor sommigen een vreemde fascinatie, voor anderen wellicht herkenbaar. Je kunt het ook een fetisj noemen. Prima. 

 

Laat mij alleen maar een foto zien van een doelnet uit de Ere- of Keuken Kampioen Divisie en ik kan je vertellen in welk stadion deze te bezichtigen is. Gekke fascinatie ja, maar ik doe er niemand kwaad mee.  

 

Voetbaljargon met betrekking tot het doelnet als 'hij hangt!', 'hij ligt in het netje' of 'het net laten bollen' staan direct in verbinding met het doelnet. Uiteindelijk draait het in het voetbal erom wie het meeste scoort en dus wint. Scoren wil je (als het even kan) het liefst zo mooi mogelijk doen. Het doelnet kan hier zeker zijn steentje bijdragen. Een goed doelnet geeft een doelpunt panache, flair en esthetische waarden.  

 

Maar wat maakt een doelnet nou mooi? Hier de vier ongeschreven doelnet-regels van Courbois:

 

Ten eerste: ieder die ooit heeft gevoetbald zal zeggen dat in eerste instantie het net diep moet zijn. Een bal die verdwijnt in diepte, een soort van tunnel waar de bal ingezogen wordt. Die paar duizendste van seconden voordat de bal het net raakt nadat hij de doellijn gepasseerd is. Een ware sensatie. De keeper die anderhalve meter extra moet lopen om zijn persoonlijke nederlaag te incasseren om de bal uit het netje te halen... 

 

Ten tweede moet het net wit zijn. Hagel- en maagdelijk wit. Alsof jij de eerste bent die met haar de liefde mag bedrijven. Sensueel, romantisch, gewoonweg knettergeil.  

 

Ten derde moet het doelnet fijnmazig zijn. Geen grote gaten, maar als een visnet waarin de vangst komt vast te zitten.   

 

Ten vierde moet een doelnet met haringen in de grond vast zitten. Helaas zien we dat tegenwoordig amper nog. Een buizenconstructie is tegenwoordig  waar de onderkant van het net aan vastzit. De stangen kunnen na de wedstrijd omhoog gedaan worden waardoor de netten niet meer op een natte ondergrond kunnen wegrotten. Logisch, maar wel jammer. Bij PSV lopen sinds dit seizoen de doelnetten in de grond, trainer Mark van Bommel heeft dit afgekeken van Bayern München. Keepers en veldspelers kunnen zodoende geen blessure oplopen door op de buizenconstructie te vallen met hoofd of ledematen. Zoals je al merkt, ik volg alle doelnetten nieuwtjes. 

 

Het geluid van een bal die het net raakt, het liefst zo dicht mogelijk bij de doelpaal en die via het zijnetje een curve maakt naar het midden toe. Sexy!  

 

De doelnetten in ons GelreDome geef ik het cijfer zeven. Prima netjes, niets mis mee, zou van der Gijp erover zeggen. Ze hebben diepte, maar dit is een buizenconstructie, een groot mazig net en niet wit. Dus Vitesse, we zijn de oudste club in de Eredivisie en hebben (al beweren heel veel mensen van niet) een prachtige ziel. Haal de geelzwarte netten weg, schaf doelnetten aan die de Noord- en Zuidtribune toucheren en vastgemaakt zijn met haringen in de grond. Geef ons die paar duizendste van seconden sensatie cadeau als Odegaard een vrije trap erin draait of Foor een bal op hok poft. Het witte net dat een kus krijgt... Laat ons die geilheid voelen!